Fotografie

Fotografie is een betrekkelijk nieuwe discipline binnen de beeldende kunst. De eerste foto werd in 1822 door de Fransman Nièpce gemaakt. Halverwege de negentiende eeuw nam de populariteit van de fotografie pas echt toe. Echtparen en families stapten niet meer naar een schilder voor een portret, maar huurden een fotograaf in. Zo nam de fotografie een taak van de kunsten over.

De nieuwe techniek gold lange tijd als hét medium om de werkelijkheid vast te leggen. Niets was nauwkeuriger in het een op een nabootsen van de realiteit. Dat werd althans gedacht. Maar in praktijk kiest de fotograaf welk stuk uit die realiteit hij vastlegt. Bovendien bepaalt hij welk stuk uit de werkelijkheid hij stilzet als hij afdrukt. Zo blijkt een foto helemaal niet zo objectief. Algauw waren er dan ook fotografen en kunstenaars die de nieuwe techniek voor iets anders gingen gebruiken dan het louter vastleggen van de realiteit. Zij gebruikten het als middel om hun eigen visie op de werkelijkheid mee vorm te geven. In de loop van de twintigste eeuw manipuleerden fotografen en kunstenaars hun foto's nog meer. Vergelijk je foto's uit de krant met die in een glossy of de foto's die je in een musea vind. Dan besef je dat er verschillende soorten foto's bestaan. De twee belangrijkste subdisciplines binnen de fotografie documentaire en geënsceneerde fotografie. Bij documentaire of reportagefotografie ligt de nadruk op het registreren van de realiteit. Van belang zijn de keuze van het onderwerp, de uitsnede en het formaat. Terwijl bij geënsceneerde fotografie alles (locatie, personen en attributen) zorgvuldig uitgekozen en samengesteld wordt. Niets wordt aan het toeval overgelaten.

Dit is zo'n beetje de basis van fotografie. Onder het kopje fotografie vind je drie Nederlandse fotografen, Erwin Olaf, Ruud van Empel en Inez van Lamsweerde. Bij elk van deze fotografen is informatie en een beetje van hun werk te vinden.